De weg van het Kruis



Het kruis opnemen

Wij moeten sterk ervan overtuigd zijn dat, zo de H. Geest in onze zielen werkt om ze aan Christus gelijkvormig te maken, Hij dit slechts kan bereiken langs de weg van het kruis. Jezus is de gekruiste Jezus: er kan dus geen gelijkvormigheid met Hem bestaan tenzij door het kruis. Men bereikt nooit de diepten van het geestelijk leven, als men niet doordringt in het mysterie van het kruis. De H. Teresia van Jezus beweert dat zelfs de verhevenste contemplatieve genaden aan de zielen worden verleend om ze beter bekwaam te maken het kruis te dragen. De heilige schrijft: ,Zijne Majesteit kan ons niets groters schenken, dan dat Hij ons geeft ons leven gelijkvormig te maken aan dat van zijn welbeminde Zoon. Ik houd het dan ook voor zeker, dat deze gunsten strekken… om ons in onze zwakheid te sterken, opdat wij Hem zouden kunnen navolgen met veel lijden' . Ja, de gelijkvormigheid met de gekruiste Jezus is van meer belang en van meer waarde dan al de mystieke genaden. Het hele geestelijk leven is door het kruis beheerst en daar het kruis in het middelpunt van de wereldgeschiedenis staat, zo staat het ook in het middelpunt van de geschiedenis van elke ziel. Het kruis heeft ons het leven geschonken en het kruis zal in ons de trekken afdrukken van de meest volmaakte gelijkenis met Jezus. Hoe meer wij aan het kruis deelachtig worden, des te meer zullen wij op Hem gelijken en meewerken aan zijn verlossingswerk. De noodzakelijkheid van het kruis tot het verwerven van de heiligheid is evident: men kan niet altijd en in elke omstandigheid de wil van God omhelzen, zonder zijn eigen wil te verzaken. Jezus heeft ,in dit leven geen andere voldoening gehad en gezocht dan de wil van de Vader te volbrengen' . In alles aan Hem willen gelijk zijn is dus niet mogelijk zonder aan eigen, egoïstische voldoeningen te verzaken. En dit betekent: onthechting, kruis, offer, zelfverloochening. Het betekent: zich op de weg begeven, ons door Christus aangewezen: ,Wie mijn volgeling wil zijn, moet Mij volgen door zichzelf te verloochenen en zijn kruis op te nemen' (Mat. 16, 24). En juist om deze weg te begaan lokt ons de H. Geest en dringt erop aan. Wanneer wij ons erop betrappen dat wij het gemakkelijkste zoeken, het lichtste, het eervolste, dat wij toegevingen doen aan onze eigenliefde en onze ijdelheid, dan moeten wij tot onszelf zeggen, dat dit alles ver af is van wat door de H. Geest wordt ingegeven; dat het zelfs een beletsel is voor zijn werking in ons.

Onuitputtelijke rijkdommen

Indien wij ons dapper op de zelfverloochening toeleggen, dan betreden wij de weg van de gelijkvormigheid met de gekruiste Jezus. Maar toch zijn onze eigen inspanningen niet in evenredigheid met het doel dat we moeten bereiken. De zelfverloochening en de verstervingen die door onszelf worden ondernomen zijn ontoereikend om ons van de oude mens te ontdoen en ons met Christus, en vooral met de gekruiste Christus, te bekleden. Daarom moet ook de H. Geest hier tussenkomen. Eerst dringt Hij bij ons erop aan dat we de weg van het kruis moedig zouden opgaan. Hij schenkt ons zijn ingevingen om ons aan te zetten, bereidwillig uit liefde voor God harde en voor de natuur pijnlijke oefeningen te omhelzen. Maar nadien neemt Hij het op zich onze loutering te vervolledigen. Hij onderwerpt ons aan uiterlijke en innerlijke beproevingen. De H. Johannes van het Kruis schrijft4 ,Met zijn goddelijke liefdesvlam slaat Hij een wonde in de ziel en vernietigt en verteert de onvolmaaktheden van haar slechte gewoonten. Door dit inwerken bereidt de H. Geest haar voor op de liefdevereniging) en de omvorming in God' . Wij mogen dus niet denken dat de werking van de H. Geest in ons steeds troostvol is, integendeel! Daarbij is het lijden niet enkel voor onze loutering nodig, maar ook om deelgenoot te worden aan het verlossingswerk van Jezus. Hoe verder wij op de weg van het kruis gevorderd zijn, hoe meer wij onszelf heiligen, hoe vruchtbaarder ook het apostolaat zal zijn dat wij in de Kerk uitoefenen. Het is dus volstrekt klaarblijkend: om ons te helpen heilig te worden kan de H. Geest ons langs geen andere weg dan die van het kruis leiden. En wijzelf moeten zijn leiding bijtreden, met al het bittere en pijnlijke, dat we dagelijks op de levensweg ontmoeten met een gewillig gemoed op te nemen. Het gebeurt niet zelden dat men het kruis van de alledaagse moeilijkheden ontloopt om een verwijderd kruis te beminnen, dat wij wellicht nooit zullen te dragen hebben. Ons kruis moeten we niet in buitengewoon lijden gaan zoeken, dat ons zeer zelden of misschien nooit zal treffen, maar in de plichten, in de levensomstandigheden, in de moeilijkheden, in het offer van elke dag, van elk ogenblik. Hierin liggen voor ons onuitputtelijke rijkdommen, als wij ze maar in het licht van het geloof weten te ontdekken. De H. Geest helpt ons dit alledaagse kruis te erkennen en Hij dringt aan dat wij het zouden aanvaarden. Dat wil zeggen: het niet louter ondergaan, maar het actief aannemen en een offer ervan maken door uit heel ons hart te zeggen: ,Ja, ik wil het, al schijnt het mij ook dat ik erdoor neergedrukt wordt'.

Een kleine zure vrucht

,Geest der waarheid, laat mij uw Woord kennen; leer mij en breng mij in herinnering alles wat Jezus ons gezegd heeft. Verlicht en leid mij, maak mij aan Jezus gelijkvormig, deel mij zijn deugden mee,' vooral zijn geduld, zijn deemoed, zijn gehoorzaamheid. Laat mij deelnemen in zijn verlossingswerk door inzicht te krijgen in de waarde van het kruis en het lief te hebben. ,H. Geest, ik stel mij aan U voor, als een kleine zure vrucht die in de zon moet rijp worden; als een strohalm die in het vuur moet opbranden; als een dauwdrop die door de zon moet opgezogen worden; als een dom kind dat onderwijs nodig heeft. H. Geest, Gij stort U uit in de kleine, arme, nederige ziel: ,Kom H. Geest, maak mij heilig!' Ik heb zo'n groot verlangen ernaar; maak van mij een grote heilige; doe het snel zonder dat ik, in de verborgenheid van mijn alledaagse leven, iets ervan weet. ,Ik wil mij in U werpen, H. Geest, goddelijk vuur, opdat Gij mijn loutering zal voltooien, mijn ellendig egoïsme zal vernielen en mij in liefde omvormen. Ik smeek U derhalve: daal neer in mij en leidt mij in alles naar uw welbehagen. ,Verterend vuur, Gij, persoonlijke liefde in God, ontvlam mij, verbrand, verteer, vernietig mijn ikzucht, omvorm mij geheel in liefde, laat mij in het niet afdalen om uw Al te bezitten. Maak dat ik de top van de ,Berg' bereike, waar enkel de heerlijkheid woont van God, waar alles ,vrede en vreugde' van de H. Geest is! Moge ik op aarde door het lijden en de liefdevolle beschouwing de innigste vereniging met de H. Drieëenheid bereiken, in afwachting dat ik Haar in de hemel onomsluierd beschouwe in de vrede, in de vreugde en de zekerheid van het eeuwig gastmaal' (Zr. Carmela v.d. H. Geest).

De WEG van het KRUIS